- Tipcast
- Posts
- Hoe de beoogde coalitie hoog spel speelt met onze democratie
Hoe de beoogde coalitie hoog spel speelt met onze democratie
Democratie is kwetsbaar, zo wisten de oude Grieken al. Welk risico zijn we bereid te nemen?
Gevaarlijk experiment
Onlangs werd het coalitie-akkoord tussen PVV, VVD, NSC en BBB gepresenteerd. Er is al veel over gezegd. Dat veel van de plannen onhaalbaar zijn, dat van elke pagina de spruitjeslucht opstijgt, dat de partijen een liefdeloos huwelijk aangaan. Daarbij is het raden naar de beoogd premier natuurlijk heel spannend, zeker nu Ronald Plasterk definitief is afgehaakt.
Maar waar ik me vooral druk over maak is wat een dergelijke coalitie met onze democratie zal doen. Ik vind het een onwenselijk experiment, en denk dat uitspraken als “we moeten verantwoordelijkheid nemen” en “de kiezer heeft gesproken” niet meer dan bezweringsformules zullen blijken te zijn.
Drie onderwerpen verdienen onze aandacht:
Waarom Wilders niet kan verliezen
De rechtstaat en democratie
Het algemeen belang
1. Waarom Wilders niet kan verliezen
In een essay in de Volkskrant van 18 mei schrijft Sheila Sitalsing dat we met zijn allen de fuik inlopen. Het is precies de bedoeling van Wilders dat problemen niet opgelost worden. Problemen moeten problemen blijven. Anders is er geen reden meer om op de PVV te stemmen. Hele concept is dat rancune en boosheid niet worden gekanaliseerd, maar gecultiveerd en vermenigvuldigd. Door de schuld te leggen bij de ander: Brussel, D66, Links, Migranten.
Eenzelfde redenering hanteert de scherpe Elsevier columnist Mark Thiessen. Hij noemt dit de “populistische feedback loop”. De voorgestelde oplossingen zullen straks onhaalbaar blijken. Waarop Wilders - en van der Plas - niet zichzelf, maar anderen de schuld zullen geven: rechters, de Europese Unie, andere politici. Mensen zullen nog bozer worden. Populisme en radicaal-rechts krijgen nog meer steun. De roep om radicale oplossingen zal luider klinken. Enzovoort, zie hier de populistische feedback-loop. Dus ook volgens Thiessen, oud VVD medewerker, is het game plan van Wilders dat ideeën onhaalbaar moeten blijven.
En als er dan toch een idee in beleid wordt omgezet, kunnen ze claimen dat het dankzij hen is. Altijd winnen.
2. De rechtsstaat en de democratie
In de Groene Amsterdammer schrijft Coen van der Ven over hoe deze coalitie bezig is de rechtstaat en democratie in diskrediet te brengen. In januari werd er een ‘basislijn’ afgesproken. Een document waarin aan de hand van zeven punten is vastgelegd dat een toekomstige regering zich ‘binnen de grenzen van de democratische rechtsstaat’ beweegt, dat rechterlijke uitspraken zullen worden nageleefd en dat democratische instituties zoals rechtspraak, wetenschap en media zullen worden beschermd en versterkt.
In de praktijk betekende dat een raar compromis: Wilders zette een handvol kansloze wetsvoorstellen ‘in de ijskast’, maar mocht zijn oude “taal” behouden. Maar elke politicoloog weet dat een democratie in eerste instantie niet erodeert in structuur, maar in woorden en gedrag. Met taal mag Wilders beschadigen wat op papier wordt beschermd, zo stelt van der Ven.
Mocht de coalitie daadwerkelijk een migratiecrisis uitroepen, zal dat alleen maar koren op de molen van de PVV zijn. Want dan is nog meer veroorloofd, zelfs buiten de rechtstatelijke grenzen.
Van der Ven laat een VVD’er aan het woord die zegt: “Wilders gaat stapjes doen, en wie houdt hem wanneer tegen?”
3. Het algemeen belang; en wat we kunnen leren van de oude Grieken
Ik was de de afgelopen dagen in Athene met mijn vader. Heerlijk: twee politicologen die op elke straathoek de geschiedenis van de bakermat van de democratie mogen opsnuiven. Het hoogtepunt was natuurlijk de Akropolis, met daarop het Parthenon. Wat niet elke toerist leek te weten: dat op de heuvel ernaast - de Pnyx - het echte democratische handwerk plaatsvond. Daar kwam eeuwenlang de volksvergadering van Athene bij elkaar kwam, om te luisteren naar en te stemmen over de verschillende voorstellen en argumenten van hun leiders.

De Akropolis gezien vanaf de Pnyx
In Athene werd de democratie geboren en doorleefd. En daar hebben ze ook ervaren wat er voor nodig is om een democratie uit de hand te laten lopen.
Ik las ondertussen het prachtige boek Alkibiades, van Ilja Leonard Pfeijffer. Hij vertelt het verhaal van Alkibiades, die leefde in de tweede helft van de vijfde eeuw voor Christus. Hij was de mooiste man van Athene. Opgevoed door de grote Perikles, minnaar van Socrates, gehuwd met de een vrouw uit het rijkste geslacht van Athene, extravagante dandy, winnaar van paardenraces op de Olympisch Spelen. En vooral ook: groot veroveraar en leider van Athene, ten tijde van de Peloponnesische Oorlogen.
Het verhaal van Alkibiades vormde de soundtrack van ons bezoek aan Athene.
De grote les daaruit voor het heden is: dat voor een goed functionerende democratie en samenleving het algemeen belang centraal dient te staan. Van Griekse leiders werd verwacht dat ze het algemeen belang verwoorden, en er draagvlak in de samenleving voor wisten te creëeren. De democratie ontaardt als de de verschillende facties, tegenwoordig partijen, verworden tot verdedigers van het eigen belang. Dat gebeurde in Griekenland ten tijde van Alkibiades, en dat dreigt nu ook in Nederland.
Als dat gebeurt loop je het risico dat er een ochlocratie ontstaat: dan hebben opvliegendheid en verontwaardiging de macht gegrepen. En dan wordt - ik citeer deze even: “het staatsbelang dagelijks geofferd op het altaar van deelbelangen van doelgroepen.”
De BBB is hier het sprekende voorbeeld van.
En nee, dit is niet een experiment zonder risico’s. Want op deze manier erodeert langzamerhand het vertrouwen in de democratie, totdat ze wellicht ooit instort. Een democratie functioneert immers alleen bij de gratie van breekbare vertrouwen in haar wetten en instituties.
Wat is er nodig?
Kort gezegd: betere leiders, maar ook een beter volk.
Geen leiders die blind “de massa” volgen en zeggen dat slechts doen wat “ de massa” - lees de kiezer - wil. Wat “de massa” wil is immers onhelder; ze kent geen logica, zo zei Sokrates al.
Wat we nodig hebben zijn leiders die deze dynamiek snappen, die prudent met onze democratie omgaan. Die niet de wetten van het land buigen naar believen, om hun achterban te bevredigen. Goede leiders weten gevoelens af te koelen, mechanismes in te bouwen om even na te denken. Leiders die zich niet laten leiden leiden door de veranderlijke volksgunst, die een visie hebben en de moed om het volk daarvan te overtuigen. En tenslotte, die het debat durven te sturen in plaats van zich door de publieke opinie te laten regeren.
De andere kant van de medaille is dat dit ook wat van het volk vraagt. Namelijk de bereidheid tot het accepteren van compromissen ten bate van het algemeen belang. Burgers die niet steeds het eigen geluk en eigen belang voorop stellen.

Homerus, de lokale Cruijff
Waarschuwing
Vlak voordat het fout ging in het oude Athene, net voordat de democratie niet meer dan een parodie zou worden en de populisten de macht grepen, was er een situatie waarin de leiders dagelijks ter verantwoording werden geroepen en waarin het beleid elke dag opnieuw ter discussie stond. Waarin onbetrouwbaarheid en ondermijning het ritme van de politiek bepaalden.
De parallel met de arme Eric van der Burg is niet te missen. Hij ziet zich geconfronteerd met de poldervariant van de Atheense situatie, waarin zijn “spreidingswet”, die na vele debatten en het uitwisselen van argumenten door beide kamers werd aangenomen, nu pardoes wordt geschrapt in de plannen van de nieuwe coalitie.
Hij moest erom huilen. Niet alleen, zo vermoed ik, vanwege het sneuvelen van zijn zwaarbevochten wet: de staatssecretaris kent natuurlijk zijn (Griekse) klasssiekers.

Pepijn bij de gevangenis van Socrates