- Tipcast
- Posts
- American Photography in het Rijks
American Photography in het Rijks
Hoe Amerika zichzelf graag ziet, en hoe het (ook) is.
Ik had vorige week een interview met de bekende Amerika correspondent Michiel Vos. “Het gevoel in Amerika? We are back!”. Hij had voor de gelegenheid wat tiktok beelden met Amerikaanse vlaggen, succesvolle sporters, straaljagers en natuurlijk Trump opgezet. Op de achtergrond REO Speedwagons: “More than a feeling”.
Dus maken jullie je geen zorgen over Trump die de democratie sloopt, mensen uitzet, en imperialistisch over de wereld kijkt? "Nee, dat gevoel is er nauwelijks, dat zien jullie alleen.” Om het gevoel van Trump loving Amerika samen te vatten in een quote van Mel Gibson: “Daddy is home, and he is taking of his belt”. Okeéé.
For the record, Michiel zette het wel even lekker vet aan, zodat ik ook weer prettig verontwaardigd kon reageren.
Maar soms —ook in dit soort tijden— ben ik stikjaloers op die Amerikanen. Hoe ze de buitenkant zo schaamteloos lekker kunnen neerzetten, hoe ze zichzelf uitroepen tot de #1 van de wereld, hoe problemen makkelijk uit de weg te ruimen zijn “It’s going to be beautiful”. Hoe ieder gesprek over een goed idee binnen 10 minuten naar de vraag leidt: “Ok, how do we bring this to market?”
Jaloersmakend. Lekker. Ik wil ook nummer 1 zijn.
Maar, Amerika, dat is toch ook het land van de steeds grotere ongelijkheid, torenhoge gezondheidszorgkosten, zombies in San Francisco en een infrastructuur van een derde wereldland?
Ja. Dat ook.

Enter de fototentoonstelling American Photography in het Rijksmuseum.
Als je de greatest hits verwacht van Amerikaanse fotografie, dan raak je teleurgesteld. Het zijn vaak alledaagse foto’s, met af en toe een bekende fotograaf ertussen.
Maar het gaat vooral over het verschil tussen beeld dat Amerika neerzet, en hoe het (vaak) ook is. In het begin van de voorstelling zie je aan de ene kant van de ruimte tijdschriften op de muur, uit de jaren 50. Kleurrijk, luxe, elegant. Het Amerika waar we likkebaardend naar kijken.
Aan de andere kant, foto’s van Robert Frank, een Zwitserse fotograaf die in 1947 naar de Verenigde Staten emigreerde. Hij reisde in 1955-56 door het land en legde hij het alledaagse leven vast in rauwe, ongepolijste zwart-witbeelden. De beelden tonen een Amerika dat verre van het glanzende ideaalbeeld is.
En zo gaat de hele tentoonstelling door. Veel alledaagse beelden, kiekjes van onbekende mensen, afgewisseld met werk van bekendere fotografen. Geweldige foto’s van vervallen mijndorpjes van Bryan Schutmaat, bijzonder foto-weefwerk van Sarah Sense, over de heritage van native Americans. En een ‘stomp-in-je-maag’ foto van een totaal verminkte trouwfoto van een Amerikaanse soldaat van Nina Berman.
Persoonlijk vond ik het jammer dat heel veel foto’s zo klein waren. Ik houd wel van big & bold. Maar de curators hebben hier echt een bedoeling mee gehad. Ik zou zeggen, neem je leesbril mee. Het laat je wel nadenken: het Amerika wat wij tegenwoordig zien, is dat feit of fictie?